Onwerkbaar weer

Wijzigingen in het nadeel van werkgevers

De afgelopen jaren is de wet- en regelgeving rond onwerkbaar weer veranderd. Waar een aantal jaren geleden bij de eerste sneeuwvlok mensen naar huis werden gestuurd en vlekkeloos de WW-aanvragen werden geaccordeerd, zijn we nu op het punt beland dat aanvragen van betonproductenfabrikanten worden afgekeurd.

Wat is er gewijzigd?

  • In 2012 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een voor de betonproductenindustrie nadelige uitspraak gedaan, dat alleen werknemers die buiten werkzaam zijn in aanmerking komen voor een WW-uitkering onwerkbaar weer. Voor overige werknemers zou wel een reguliere WW-uitkering aangevraagd kunnen worden.
  • Met ingang van 1 januari 2020 is er een nieuwe ministeriële regeling onwerkbaar weer ingevoerd, met twee uniforme wachtdagen voor alle sectoren.
  • Per deze datum is ook de loondoorbetalingsplicht gewijzigd. De nieuwe hoofdregel luidt: geen arbeid, wel loon, tenzij het niet verrichten van arbeid voor rekening van de werknemer moet komen. Hierbij werd bepaald dat van de loondoorbetalingsplicht kan worden afgeweken bij: onwerkbaar weer. Maar juist daarover had CRvB in 2012 anders beslist…

Bezwaar en beroep

In 2021 zijn veel aanvragen voor een WW-uitkering onwerkbaar weer afgewezen door UWV, waarbij sprake was van forse willekeur. De bezwaren die tegen deze afwijzingen zijn ingediend, zijn niet toegekend waarbij een afdoende motivatie achterwege is gebleven. In ieder geval één betonproductenbedrijf heeft besloten om in beroep gaan. De BFBN ondersteunt dit proces waar mogelijk, in de hoop op een gunstige uitkomst voor de leden van de BFBN. Een beroepsprocedure kan wel twee jaar duren en dan zijn werkgevers mogelijk al weer twee winters verder. Dat maakt het voorkomen van productie-uitval tot belang, denk aan het deels inpandig opslaan van grondstoffen, aan aangepaste werkzaamheden of het op korte termijn in kunnen plannen van opleidingsactiviteiten.